Regeringsnota ABR/BVI

Aan: De heer Bart De Wever (formateur) en de onderhandelaars tijdens regeringsvorming

De ABR-BVI is de Belgische Beroepsvereniging van Incasso-ondernemingen en groepeert de belangrijkste incassobureaus die actief zijn in België. Op heden telt de beroepsvereniging 22 bedrijven die allen als professionals geselecteerd en aanvaard werden op basis van het vertrouwen dat ze elke dag inboezemen door de kwaliteit van hun werk. Ze beantwoorden aan strenge eisen in termen van structuur, liquiditeit en solvabiliteit, en leven een strenge deontologische en gedragscode na.

De klanten (schuldeisers) komen uit allerlei activiteiten zoals handel, dienstverlening en industrie en vertegenwoordigen een brede waaier aan ondernemingen, zowel qua sectoren als naar omvang. Ook de overheid doet beroep op de diensten van erkende incassokantoren.

Onze leden staan hun klanten zowel bij in de inning van schuldvorderingen op consumenten als bij de invordering van commerciële schulden (vorderingen op vennootschappen).

Op heden beheren de leden van ABR-BVI een portfolio van meer dan 2,7 miljard Euro aan te innen vorderingen voor Belgische ondernemingen en re injecteren zij jaarlijks meer dan 340 miljoen in de Belgische economie.

De vereniging is lid van de Fenca (Federation of European National Collection Associations).

Deze nota is een formeel, niet-exhaustief advies dat onze standpunten samenvat met als doel een duidelijke bijdrage te leveren aan

  • Een goed werkende economie die de belangen van de ondernemingen erkent en beschermt
  • Een faire en mensgerichte behandeling van consumenten met schulden
  • Het beëindigen van de perverse effecten van de schuldindustrie
  • Een effectievere en efficiëntere overheid
    • Betere besteding van middelen
    • Structurele verbetering van de begroting
  • Het wegnemen van de marktverstorende werking tussen actoren in België bij het uitvoeren de activiteit van minnelijke en gerechtelijke invordering (bij consumenten en bedrijven).

Dit advies wordt ingediend zoals onderschreven door ABR/BVI leden waarbij onze juridische experten de hand reiken naar de overheid om in de komende weken samen de voorstellen in een juridisch kader van wetsontwerpen en -voorstellen te gieten.

Vanuit het sociaal maatschappelijke speelveld en vanuit economisch perspectief is er een duidelijke vraag naar:

  • het verminderen van de overmatige schuldenlast voor consumenten door de wetten en regelgevingen aan te passen;
  • De efficiëntie van minnelijke inning in belang van onze bedrijven (schuldeisers), schuldenaars en economie te optimaliseren
  • de consument minder te gaan slachtofferen door het wegnemen van buitensporige verhoging van kosten in geval van gerechtelijke invordering. De recent gepubliceerde nieuwe tarifering van deurwaarders doet de gerechtelijke invorderingskost met 50% stijgen
  • duidelijkheid naar de consument schuldenaar te bieden omtrent de hoedanigheid met wie zij/hij te maken heeft. De vermenging van het statuut van gerechtelijk ambtenaar met die van een commerciële invorderaar is voor de consument misleidend en intimiderend.
  • alle initiatieven van de overheden steunen rond het informeren, waarschuwen en anticiperen op onachtzaam afsluiten van kredieten door potentieel latere schuldenaars; ook kredieten moeten immers ooit terugbetaald worden (financiële geletterdheid)
  • Het stoppen van marktverstorende elementen waarbij gelijkheid in de werking van alle actoren wordt nagestreefd (equal level playing field)
  • Een overheid die zelf een voorbeeldfunctie vervult bij de inning van zijn eigen vorderingen door deze op minnelijke basis te laten innen en hierdoor gerechtelijke invorderingskosten te minimaliseren. Dit kan de overheidsuitgaven duidelijk positief beïnvloeden. De gerechtelijke inning via gerechtsdeurwaarders zal de kost door de nieuwe tarifering voor de overheid met ongeveer 50% doen stijgen.
  • Duidelijke tarifering met voldoende ruimte voor een kwalitatieve minnelijke invordering.
  • Opstarten van een gezamenlijk werkoverleg tussen de medewerkers van ABR/BVI en de overheden op juridisch vlak; alle expertises samenleggen is voor ons de ideale manier om de schuldindustrie af te bouwen en definitief te stoppen.

We zijn van mening dat de voornaamste oorzaak van de negatieve beeldvorming rond “schuldindustrie” wordt gemaakt door de extra kosten die ten laste vallen van de consument in fase van gerechtelijke invordering. Dit negatief beeld zal door de invoering van de nieuwe tarifering zelfs nog worden versterkt.

Meer nog, in fase van minnelijke invordering wordt de consument beschermd tegen de aanwas van verdere kosten en wordt het sociaal maatschappelijke speelveld van de begeleiding van de consument versterkt en gefaciliteerd.

Het komt er dus op aan om :

  • Minder gebruik te maken van uitvoerbare titels als eerste middel van invordering bij consumenten, zowel voor commerciële vorderingen maar zeker voor vorderingen van publieke aard (overheid als schuldeiser). Het gaat hierbij zowel om de klassieke dagvaarding als het dwang- en/of betalingsbevel. Dit als directe oplossing voor de vermindering van de schuldoverlast (en het verbeteren van het beeld van de schuldindustrie);
  • De procedure van minnelijke invordering te maximaliseren qua inspanning en elke speler aan dezelfde spelregels en controle te onderwerpen. Dat heeft als extra effect dat meer consumenten een minnelijke oplossing vinden. Dit betekent een ontlasting van de kost voor de maatschappij (de overheid, de sociale hulpverleners de rechtbanken…), de bedrijven én de consumenten;
  • De mogelijke disproportie van de toename van kosten in fase van uitvoerbare titel en/of gerechtelijke invordering te plafonneren; De nieuwe tarifering voor de gerechtsdeurwaarders, onder het mom van plafonnering, doet deze kosten jammer genoeg voor eenieder in sterke mate stijgen.
  • Een responsabilisering van de schuldeisers te bewerkstelligen om buitensporige kosten in fase van invordering tegen te gaan;
  • Alle spelers in de sector met gelijke middelen de effectiviteit te laten verhogen
  • De marktverstorende elementen te doen verdwijnen

Amicable First

“Minnelijk oplossen als preferente strategie, in het belang van alle stakeholders”

Minnelijke invordering is essentieel in de strijd tegen schuldindustrie in België. Het bevat alle elementen om enerzijds de schuldenaars en anderzijds de schuldeisers samen naar een oplossing te brengen, en dat is duidelijk dat elke niet-betwiste factuur voor een geleverde dienst moet betaald worden. Dit gaat niet over betwiste facturen maar integendeel over mensen die kunnen betalen maar niet in één keer, omwille van fout inschatten van eigen middelen of overdreven kredietverplichtingen, of een levensgebeurtenis die het even moeilijk maakt (bv ziekte, overlijden, echtscheiding, verlies van werk, enz.).

Daarom willen we ons advies samenvatten als “Amicable First” en waarmee we wijzen op het voordeel om maximaal de kans te geven aan het minnelijk invorderen als sociaal-verantwoordelijke invalshoek voor mensen en bedrijven met schulden binnen een warme, strenge maar rechtvaardige maatschappelijke context.

Minnelijk invorderen vrijwaart de consument voor kostescalatie tijdens haar procedure en de bemiddelingsopdracht.

Deze laatste is dè kerncompetentie van de incassobedrijven en leidt bijna altijd tot een oplossing.

Een consument die betaald heeft na een gerechtelijke procedure of uitvoerbare titel (dwangbevel ed.) zou absoluut in staat geweest zijn om minnelijk te betalen, en altijd aan een lagere kost. Het omgekeerde is zeker niet altijd het geval. Te snel invorderen via een dwangbevel of via de gerechtelijke invordering riskeert om de consument onnodig op te zadelen met veel extra kosten en leidt ertoe dat een consument sneller met structurele schuldoverlast te maken heeft. Ook de overheid wordt, indien ze te snel aanklopt voor gerechtelijke invordering met extra werk en kosten geconfronteerd, geld dat begrotingsmatig anders en beter kan worden aangewend.

In 98,30 % van de gevallen is een dure gerechtelijke procedure niet nodig blijkt uit de analyse van het prijzenobservatorium.

Voor de ABR/BVI zou de volgende regering er belang bij hebben om :

  1. Duidelijker te streven naar een algemeen wetgevend kader dat door schuldeisers kan overgenomen worden in de algemene verkoopsvoorwaarden, zonder te veel afwijkende, sectoraal bepaalde wetgeving, die voor onrust en onduidelijkheid zorgt bij de consument; afstappen van de koppeling met Algemene Voorwaarden maar voorzien in een Wettelijk afdwingbaar kader

Art. XIX.7.1 stelt dat minnelijke invordering niet mogelijk is als niet voldaan is aan de voorwaarden als opgenomen in Art. XIX.4.

Men gaat voorbij aan het feit dat heel wat kleinere ondernemers en ondernemingen (een kwetsbare groep blijkt ook uit recente communicaties)  wellicht niet op de hoogte zijn van hoe ze hun algemene verkoopsvoorwaarden in overeenstemming moeten brengen met deze Wetgeving (https://www.tijd.be/ondernemen/algemeen/jonge-bedrijven-motor-van-grote-faillissementengolf/10494447 )

Waarom kiest de Wetgever niet voor de optie om bij invordering te verplichten zich te aligneren op de Wettelijke bepalingen zoals bepaald in art. XIX.4. De consument wordt niet benadeeld en de schuldeiser wordt geresponsabiliseerd om zijn voorwaarden aan te passen i.p.v. gepenaliseerd door de invordering te blokkeren.

De Wetgever gaat voorbij aan de mogelijkheid om deze inningskost wettelijk en afdwingbaar te maken zoals dit vandaag al is in bv. Nederland, Duitsland, Zweden, …

Dit zorgt ervoor dat ze onafhankelijk zijn van een aantal voorwaarden die de consument misschien niet altijd begrijpt (betalingsvoorwaarden, acceptaties, …), dat ze niet te omzeilen of te nuanceren zijn en geeft de schuldeiser garanties op een redelijke vergoeding bij wanbetaling.

  1. Maximale kansen voor minnelijk invorderen te borgen (bv via afbetalingsplannen). Dit zorgt voor mensgericht invorderen en vermijdt hoogoplopende kosten via gerechtelijk invorderen;
  1. Schuldeisers en vooral ook de overheid (alle niveaus, in het algemeen alle organisatie die werken via openbare aanbestedingen, dus ook intercommunales, ziekenhuizen, …) voldoende aandacht te laten hebben voor de specifieke situatie of omstandigheden van de schuldenaar/consument
  1. Het advies van de Brusselse CAW’s te volgen teneinde en de mogelijke invoering van de IOS- procedure voor consumentenvorderingen niet in te voeren. Een invoering zou dit dadelijk leiden tot een nog snellere gerechtelijke invordering, uitvoering en hogere kosten voor overheid, bedrijven en schuldenaren wat te vermijden is in deze materie.

Actiepunten

Concreet stellen we de volgende punten voor om de schuldindustrie in België volledig te laten opdrogen en de begroting te helpen om sneller een positief resultaat te behalen.

  1. Het eenzijdig betalingsbevel/dwangbevel dat erop gericht is om sneller te kunnen invorderen en ook de rechtbanken te ontlasten is nefast, en kent meer nadelen dan voordelen. Waar het de bedoeling was om trager naar gerechtelijke invordering over te gaan heeft dit systeem net als gevolg dat er sneller naar de gerechtelijke uitvoering wordt gegaan, en dat elke vorm van minnelijke oplossing wordt ingekort of overgeslagen en dit met hoogoplopende kosten voor de schuldenaar als gevolg. We vragen om het betalingsbevel niet in te stellen en om ook het gebruik en de toepassing van het dwangbevel te herbekijken. (Sociale dimensie toevoegen)
  1. Het afschaffen en verbieden van de “no cure, no pay” voor de gerechtsdeurwaarder: het zorgt er alleen voor dat gerechtelijk invorderen wordt gestimuleerd. No cure no pay bij gerechtsdeurwaarders leidt enkel tot meer aktes en meer gerechtelijke invorderingsprocessen omdat de incassodeurwaarder toch alle kosten op de schuldenaar verhaalt en zodoende in zijn verdienmodel geen belang heeft bij minnelijke invordering.
  1. De wetgeving zodanig aan te passen dat bij gerechtelijke invordering eerst de hoofdschuld dient te worden gedelgd. Gemaakte invorderingskosten mogen pas na volledige betaling van de hoofdschuld worden afgehouden van de betalingen van de schuldenaar. Dit leidt tot een snellere vermindering van schuld en nalatigheidsinteresten en vermindert dus ook de schuldindustrie en komt rechtstreeks de economie ten goede.
  1. Key is, naast het plafonneren van tarieven in het gerechtelijk invorderen, het uitoefenen van controle op de toepassing daarop. Gerechtelijke invorderaars worden gecontroleerd door de NKGB, die hier bij het invorderen dus rechter en partij zijn. Het zal u niet ontgaan zijn dat er heel veel klachten zijn met betrekking tot de veelvuldige misbruiken van gerechtsdeurwaarders bij het aanrekenen van kosten. Het is dus belangrijk om in deze materie een neutrale instantie in te schakelen die objectieve controles kan uitvoeren zoals FOD Economie of Nationale Bank.
  1. Maak de minnelijke invordering verplicht voor alle geldschulden; zowel voor vorderingen van private schuldeisers als van vorderingen van de overheid. De overheid heeft een voorbeeldrol en zou de minnelijke invordering alle kansen dienen te geven. Dit zal ook leiden tot lagere kosten voor de overheid door verminderen van de belasting van het justitieel apparaat en zeker door verminderen van eigen inningskosten in de gerechtelijke procedure.
  1. Voorzie een minimumperiode waarin op minnelijke wijze dient te worden getracht de schuld te innen door bemiddeling met de schuldenaar. Experten uit de minnelijke invordering geven aan dat een goed minnelijk traject minimum 180 dagen duurt (verschillende kanalen en momenten worden dan aangewend om met de consument in contact te komen).
  1. Minnelijk invorderen is een expertise en die houdt ook in dat er op een juiste manier met niet alleen schuldeisers en ook met schuldenaars wordt omgegaan. Wanneer actoren die ook in de gerechtelijke fase actief zijn, tussenkomen in de minnelijke fase mogen ze geen gebruik (misbruik) maken van hun titels of beroepssymbolen. Op die manier is het voor de consument duidelijk dat wanneer hij een “gerechtsdeurwaarder” op bezoek krijgt het gaat over een akte die wordt betekend met het doel een uitvoerbare titel te verkrijgen dan wel de al verkregen titel uit te voeren. Desnoods kan dit door een apart label dat verkregen wordt via FOD Economie als zijnde een door de overheid gecontroleerde en gemandateerde organisatie die minnelijk invorderen mag doen. Als we willen evolueren naar een “amicable first” aanpak dan moeten we ook ervoor zorgen dat de schuldenaar als ontvanger van de boodschap ook goed weet dat dit een minnelijke fase is, en geen gerechtelijke fase.
  1. Actoren die aan schuldbemiddeling of minnelijke invordering doen verbieden achteraf om zelf een gerechtelijke procedure op te starten. Het lijkt ons niet aangewezen dat een incassodeurwaarder eerst minnelijke procedure volgt om snel naar gerechtelijke procedure over te gaan. Het verdienmodel van de gerechtsdeurwaarder ligt namelijk in de gerechtelijke fase en niet in de minnelijke fase waardoor aan de finaliteit van de minnelijke incasso wordt voorbijgegaan. Minnelijke invordering door incassokantoren en gerechtelijke invordering door gerechtsdeurwaarders zou de regel dienen te zijn en gerechtsdeurwaarders die in een minnelijk traject willen optreden zullen hiervoor een afzonderlijke vennootschap dienen op te richten
  1. Alle partijen die de activiteit van minnelijk invordering uitoefenen, dienen te worden onderworpen aan identieke wet- en regelgeving. Gelijke regels voor gelijke opdrachten (level playing field). Een toegang tot het rijksregister voor alle actoren, controle door dezelfde toezichthoudende overheid en het limiteren van elke verwijzing naar Justitie biedt niet enkel duidelijke richtlijnen naar deze invorderaars toe maar vooral opnieuw duidelijkheid voor de consument.

De wetgeving verplicht incassokantoren om:

a.debiteur aan te spreken op het correcte adres

b.bij gebrek aan contactmogelijkheden worden vorderingen gerechtelijk uitgewonnen waar dit beter minnelijk zou gebeuren.

Dus is de toegang tot het rijksregister voor alle partijen een garantie op de juiste toepassing van de wetgeving.

  1. De overheid zou als voorbeeld voor de Belgische regelgeving rond gerechtelijke en minnelijke invordering kunnen kijken naar het Nederlandse WIK (Wet Incassokosten) waar men uitgaat van maximale percentages op de hoofdsom, met een minimum van 40 euro (Wet Incasso Kosten (WIK) | NVI).

De Wet incassokosten die al van kracht is in Nederland sinds 01/07/2012 kan hiervoor als leidraad dienen. Deze Wet zorgt nu al 10 jaar voor transparantie in de kost van de minnelijke invordering van schulden bij de consument. Een consument kan zo, via een eenvoudige rekentool (https://www.consuwijzer.nl/rekenhulp-incassokosten), zelf nagaan welke de maximale kost is die hem ten laste kan worden gelegd bij late betaling. Ons advies is om die elementen eruit te halen die toepasbaar zijn op de Belgische marktsituatie.

  1. Naar analogie met het tarief voor de gerechtelijke procedure, waarvan de kosten door het recent KB jammer genoeg met ongeveer 50% zijn gestegen, en de rechtsplegingsvergoeding, is het een goed idee om te zorgen voor een Wettelijk tarief bij de minnelijke invordering. Wij vragen een eenvoudige staffel (zoals in Nederland) van 15% met een minimum van 40€ om toe te laten aan organisaties actief in minnelijk invorderen om hun activiteit maximaal te ontplooien. In het verleden zijn er wetsvoorstellen ingediend door Vooruit en CD&V die gingen tot een bedrag van 45 euro (wij hebben die voorstellen gebundeld, verkrijgbaar op aanvraag). Kosten zijn dan geplafonneerd en men ontlast de rechtbanken. De minimum kost van 40€ die voorzien is komt overeen met wat binnen Europese richtlijnen naar voor wordt geschoven.
  1. Wijzig het artikel 1254 oud BW of art. 5.210 nieuw BW. Zorg ervoor dat, net zoals dit al het geval is bij consumentenkredieten, bij een afbetalingsregeling eerst de hoofdsom wordt gedelgd en nadien pas de intresten. Zo krijgt de schuldeiser ook duidelijk het beeld dat zijn openstaande bedrag door de schuldenaar effectief wordt afbetaald via een minnelijk ingevorderd maandelijks bedrag.
  1. Het herleiden van het beroep van deurwaarders tot ambtelijke taken; nu is de perceptie bij schuldenaars dat het overheidsambtenaren zijn, terwijl ze eigenlijk hun door de koning gegunde monopolie en (rechterlijke) macht gebruiken om gewoon commerciële organisaties te zijn, met hoge tarieven als een mogelijk gevolg; door ze een feitelijk statuut te geven van ambtenaar en de tarieven ook op die wijze aan te passen, vermijd je oplopende kosten en marges. Wij kunnen u met voorbeelden van een onbetaalde ziekenhuisfactuur aantonen dat via gerechtelijke inning door de gerechtsdeurwaarder na het in voege treden van de nieuwe tarifering de uiteindelijke kost met ongeveer 50% toeneemt en dit enkel ten voordele van de gerechtsdeurwaarder.
  1. Door de kost van de minnelijke invordering uitsluitend bij de schuldeiser te leggen verplicht men eigenlijk aan deze schuldeiser om vaker en sneller te kiezen voor een dure gerechtelijke procedure gezien in de gerechtelijke procedure de procedurekosten altijd bij de schuldenaar/consument worden gelegd. Dit is nadelig en zorgt voor een belangrijke accumulatie van de schuld in het nadeel van de consument doch mag men niet uit het oog verliezen dat bij niet inning alle gedane deurwaarderskosten aan de schuldeiser/overheid zullen worden aangerekend.

Voorstellen tot verbetering van de huidige wet- en regelgeving

  • Invoering van een normerend kader voor de buitengerechtelijke (=minnelijke) invordering gebaseerd op de Wet Incassokosten in Nederland wat zich vertaalt in het vastleggen van de bedragen zodat er geen ruimte meer is voor discussie (stap 2 is het vastleggen van de bedragen die buitengerechtelijk kunnen worden aangerekend)
  • Uitbreiding van het toepassingsgebied & versterking van de wet op minnelijke invordering
  • Het responsabiliseren van de schuldeisers om geen disproportionele kosten van invordering aan te rekenen aan de consument in fase van gerechtelijke invordering
  • Het oprichten van een centrale database van openstaande schulden voor schulden, niet gelieerd aan een consumentenkrediet onder controle van de Nationale Bank

Wijzigingen aan Boek XIX – Schulden aan de consument 

Opheffen van marktverstorende elementen :

  1. Gerechtsdeurwaarders mogen hun tarieven, dankzij KB 76, jaarlijks automatisch indexeren terwijl tarieven van de incassokantoren niet mogen worden geïndexeerd desondanks incassokantoren werden geconfronteerd met de opeenvolgende loonindexeringen die de loonkost de laatste jaren met 20% heeft doen stijgen. Waarom voor incassobureaus andere regels dan voor gerechtsdeurwaarders?
  1. Toegang tot databases voor alle spelers in de minnelijke invordering (RR, CBB, ) Waarom voor incassobureaus andere regels dan voor gerechtsdeurwaarders?
  1. Gerechtsdeurwaarders mogen dankzij de nieuwe tarifering voor 2e en 3e aanmaning 25€ aanrekenen. Dit is in strijd is met de wetgeving boek XIX tijdens de minnelijke fase. GDW krijgen een mogelijkheid die voor Incassokantoren verboden is. Waarom voor incassobureaus andere regels dan voor gerechtsdeurwaarders?
  1. Verbod voor gerechtsdeurwaarders om, zoals op heden frequent wordt vastgesteld, hun ambtsitel in de minnelijke fase te ge(mis)bruiken.
  1. Verplichten aan de gerechtsdeurwaarders om de door de schuldenaar betaalde sommen prioritair aan te rekenen op de hoofdschuld. Pas bij volledige betaling door de schuldenaar mag de deurwaarder zijn eigen kosten recupereren. Door de kost van de minnelijke invordering uitsluitend bij de schuldeiser te leggen verplicht men eigenlijk aan deze schuldeiser om vaker en sneller te kiezen voor een gerechtelijke procedure gezien in de gerechtelijke procedure de procedurekosten altijd bij de consument worden gelegd. Dit is nadelig voor de consument en zorgt voor een belangrijke accumulatie van de schuld in het nadeel van de consument.

Wij blijven ter beschikking voor verder toelichting en hopen dat dit document mede kan worden opgenomen in de besprekingen voor een nieuwe federale regering.

 

 

 

 

 

Ce site utilise des cookies à des fins statistiques anonymes. En continuant la navigation, vous acceptez les cookies. Plus d'informations

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close